Het verhaal van Hans en Leonie
Hans: “Ik voel me hier thuis. We roepen makkelijk iets tegen elkaar, kunnen moppen tappen. En als ik ergens mee zit, kan ik bij elke begeleider terecht. Iedereen kent mij en iedereen is voor mij dichtbij.”
Leonie: “We zijn met z’n allen gestart in een nieuw woonproject. We hebben dus eerst de tijd genomen om elkaar te leren kennen. Dat deden we bijvoorbeeld tijdens gezamenlijke koffiemomenten. Iedereen moest even landen. Daarna zijn we gaan kijken aan welke volgende stappen iedereen individueel toe was.”
Hans: “Het plan hebben we samen gemaakt. Ik weet wat mijn sterke kanten en valkuilen zijn. Voordat ik hier kwam wonen, heb ik in verschillende instellingen gewoond. Daar ging het er heel anders aan toe. Alles werd overgenomen door de hulpverleners. Ik raakte gehospitaliseerd. Maar het was duidelijk dat daar niet mijn eindstation was.”
Leonie: “Het is logisch dat je moest wennen in het begin. Het eerste jaar stond in het teken van ‘leren wonen’. Nu zoeken we steeds meer verbinding met ‘de buitenwereld’. We gaan bijvoorbeeld samenwerken met een sportschool zodat bewoners daar kunnen sporten.”
Hans: “Ik heb deze week sportkleding gekocht! Ik moet eraan geloven. Ik doe mijn boodschappen hier ook gewoon in de supermarkt. In het begin vond ik het vreselijk, rende ik door de winkel om er zo snel mogelijk weer weg te zijn. Mijn hobby is het nog steeds niet maar ik doe het wel. Terwijl ik vroeger amper buiten de instelling kwam. Hier wonen we in een woonwijk waar je makkelijker eens een praatje maakt. Ik ben ook maatje voor iemand die het sociaal niet zo makkelijk heeft.”
Leonie: “Dat zijn allemaal doelen die Hans zelf heeft gesteld.”
Hans: “Er wordt hier iets van me verlangd. Initiatief nemen. Als ik dat niet doe, herinneren de begeleiders me eraan. Maar nooit op een irritante manier. Het helpt om stappen te blijven zetten.”